Leidsch Dagblad: Annet van Aarsen
Meelfabriek-eigenaar Ab van der Wiel realiseert het zich vaak nog niet zo: na jaren geduld wordt zijn droom werkelijkheid. ,,Als je nu op het terrein komt, zie je ineens overal mensen. De herontwikkeling van de Meelfabriek gaat nu toch eindelijk écht gebeuren’’, zegt de man die het industriële complex in 1998 kocht. ,,Ik moet het nog steeds op me laten inwerken, maar het is heerlijk om hier rond te lopen.’
Leiden* De Meelfabriek is de meest bijzondere bouwput van Leiden. Achter de hekken is het net een mierenhoop: tientallen slopers én bouwers zijn hier aan het werk. Op de plek waar straks de binnentuin van de wereldberoemde architect Piet Oudolf komt, met daaronder een parkeergarage, laadt een kraan grote hoeveelheden puin in een zandwagen. Uit het monumentale Molengebouw en Riffellokaal is de vloer gesloopt. Ook het trappenhuis – een uitbouw – ging tegen de vlakte. Ineens is er vanaf het binnenterrein weer volop zicht op de Zijlpoort, een stuk verderop. Het directiegebouw, net naast de poort, komt langzaam uit de steigers. De schoongemaakte bakstenen hebben een gouden gloed. De monumentale stalen kozijnen zijn gerestaureerd en – heel vernuftig voorzien van dubbel glas. Helemaal aan de rand van het bouwterrein, aan de kant van de Waardgracht, schieten twee appartementencomplexen voor studenten uit de grond. Dit bouwproject – fase 1 – hoort feitelijk niet bij de Meelfabriek, maar moest eerst worden uitgevoerd voordat er op het terrein begonnen kan worden met de bouw van een grote ondergrondse parkeergarage van elf meter diep. ,,Aan de kant van de studentenwoningen zitten aan twee zijden al damwanden in de grond’’, zegt Meelfabriek-eigenaar Ab van der Wiel. ,,Begin volgend jaar komen de laatste damwanden en beginnen we aan de garage. Het moet allemaal heel goed uitgerekend worden, zo vlak naast een monument.’’ Ernesto Hooplot is met zijn collega’s van P. in ’t Wout funderingstechnieken aan het werk in dat monument: het Molengebouw en Riffellokaal met kenmerkende staalstructuren. ,,Als wij straks al jaren in het graf liggen, staat dit gebouw nog steeds.’